Tentoonstelling

In het museum is een aparte kamer ingericht met archeologische vondsten uit Hengelo. Bovendien zijn objecten in het Kennis- en Informatiecentrum geplaatst.

Na het enigszins gedwongen vertrek vanuit de Marktstraat naar de Beekstraat, heeft Archeologie een nieuw onderkomen gevonden om objecten tentoon te stellen. Zowel in het Kennis- en Informatiecentrum (Van Leentzaal) als in het Wilmink – Van Benthemhuis zijn door de collega’s Ellen en Hans Beerens buitengewoon mooie (historische) objecten geplaatst.

Bij binnenkomst in het Kennis- en Informatiecentrum valt meteen een tijdlijn op die aan de muur is bevestigd. Die begint met een vuistbijl uit de Steentijd en eindigt met de wederopbouw in 1950.

In een vitrine is een vuistbijl (70.000 tot 40.000 jaar oud) te zien die ooit bij Thales is gevonden. Een vuistbijl is een kerngereedschap uit het vroegpaleolithicum. Het is een vuurstenen werktuig van de Neanderthaler.

Bovendien zijn een in het grafveld Waarbeek / Pruisischeveld gevonden urn met bijgifpotje te zien. Evenals een schedel van de oudste inwoner van Hengelo, die werd gevonden bij de Petroleum haven.

Pronkstuk is zonder meer een timpaan van Frederik van Twickelo, gemaakt van Bentheimerzandsteen. Een timpaan is in de antieke bouwkunst het driehoekige gevelveld tussen de kroonlijst en de schuin oplopende daklijsten van een gebouw (zie logo). Deze timpaan is gekozen tot de vondst van Overijssel in Hengelo. De provincie heeft van alle winnaars een 3D scan laten maken, om er vervolgens een replica in kunststof van te laten maken. In augustus 2020 werd door medewerkers van het Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Overijssel een 3D scan gemaakt. Scan plus beschrijving zijn afgedrukt in een speciaal boekje ‘De vondst van Overijssel’.

Verder in deze ruimte diverse vondsten van Huys Hengelo, een havezate destijds gelegen in de buurtschap Woolde in het richterambt Delden, thans gemeente Hengelo.

In de Archeologiekamer in het Wilmink – Van Benthemhuis ligt onder meer uit de periode pleistoceen (250.000 tot 30.000 jaar geleden). Een nekwervel en een dijbeen van een wolharige neushoorn, gevonden bij het station. De wolharige neushoorn is een uitgestorven neushoornsoort die van circa 500.000 jaar geleden tot het 10e millennium voor Christus in Europa voorkwam en die goed aangepast was aan het barre klimaat van de Europese toendra.

Van wolharige mammoeten, uitgestorven olifantensoorten, is een slagtand te zien die in het Twentekanaal is gevonden, evenals een mammoetkies (gevonden Enschedesestraat / Beursstraat), een borstwervel (KNWF), een scheenbeen (Slachthuisweg) en een rib (Elisabethstraat).

Ook is een in Hengelo gevonden wendelring te bewonderen. Wendelringen waren een populair fenomeen in Noord-Europa. Deze werden in verschillende vormen geproduceerd. De Scharflappige Wendelring wordt gekenmerkt door de dun uitgesneden ribben die vervolgens zijn getordeerd en vijftien tot zeventien centimeter in omvang zijn. Gevonden in het grafveld de Waarbeek / Pruisischeveld samen met diverse urnen en een strijdbijl.

Aan de Lijsterweg werd een vuurstenenpijlpunt gevonden, die destijds werden gemaakt van lokaal vuursteen (moraine) of bijvoorbeeld ook van oude vuurstenen bijlen. Over het algemeen vinden archeologen tijdens opgravingen alleen de vuurstenen pijlpunt terug.

Bovendien in deze kamer een vitrine met veel opgravingsvondsten uit de jaren 1995 / 1996.

Behalve de hierboven beschreven objecten, zijn er in het museum nog meer archeologische vondsten te zien, waaronder die uit Broek-Noord, het Makroterrein en de Begraafplaats Bornsestraat.